De bouw van het gebit
Je weet waarscheinlijk wel, dat je gebit bestaat uit tanden en kiezen. Tanden en kiezen noem je gebitselementen. Tanden zitten met een of meerdere wortels in de onder of bovenkaak vast. Het deel van de tand die buiten de kaak uitsteekt, heet de kroon.
Een tand of kies bestaat voor het grootste deel uit tandbeen. Het tandbeen van de kroon is bedekt met glazuur. Glazuur is erg hard. het tandbeen van de wortels is bedekt met een laagje cement. Er zit in het tandbeen een holte. Hier liggen bloedvaten en zenuwen. Deze holte heet de tandholte.
Om de wortel(s) zit een vliesje. Dit heet het wortelvlies. Het wortelvlies zorgt voor de bevestiging met de kaak. De kaak is weer bedekt me tandvlees.
Er zijn drie soorten tanden: snijtanden, hoektanden en kiezen. Met de snijtanden en hoektanden bijt je stukken van je voedsel af. Bij roofdierendienen de hoektanden voor het grijpen van de prooi.
Met de kiezen maal je je eten fijn. Dit kan goed gebeuren, doordat de kiezen een knobbelige bovenkant hebben.
Maak jouw eigen website met JouwWeb